Sint Nicolaas in Sprookjesland

Plaatjes en versjes van Ruth Rooijackers,
GD f 1,40
Vermoedelijk uitgegeven in de jaren 50

Sint Nicolaas en Zwarte Piet ontmoeten in Sprookjesland, achtereenvolgens:
Roodkapje
Hans en Grietje
De zeven dwergen
De gelaarsde kat
Assenpoester
is niet thuis, dus gaan ze verder naar:
De zeven geitjes
Klein Duimpje
De heks

Aan het eind wordt er een groot Feest gegeven, waar iedereen aanwezig is.

Enkele fragmenten uit het boek:

Roodkapje:


Wie rijdt daar op zijn witte paard,
Met rode mantel, lange baard?
En achter hem die zwarte vent....
Ik wed, dat iedereen hem kent!

Waar gaan zij heen? - Naar sprookjesland.
Roodkapje schuchter aan de kant,
Noodt Sint als eerste van de schaar
Op zijn verjaardag eind van 't jaar.

De heks:


Kale bomen zonder blaadren
Sluipend heks en kater naadren.
Gehoord heeft zij van 't groot festijn
Hoe graag wou ook zij ter plaatse zijn!

Haar lokken al die brave kindjes,
De dwergen em hum dierenvrindjes
"Goed, jij mag komen!" Sint stemt toe
Doch angstig gluurt zij naar de roe.

Het feest:


Vijf December in sprookjeswoud
Bij groene bomen is 't nimmer koud.
De dwergjes en geitjes, Hans met zijn Griet,
Roodkapje, klein Duimpje, (zie je hem niet?)

Lekkers, mutsjes, een gouden fluit,
Boekjes, speelgoed, zoek maar uit!
Ook de heks krijgt van Piet behoorlijk wat
Haar kater bedreigt de gelaarsde kat.