Ons eigen Leesboek
Methode voor het eerste leesonderwijs in Suriname
Door
Anne de Vries
Met illustraties van Corrie van der Baan, (1915-1997)
Dijkstra's Uitgeverij Zeist N.V.
Uitgegeven 1955 - 1962:
1. Het boek van Loes
2. Het boek van Loes en Ram
2a Loes haalt rijst
2b Loes en Ram gaan naar school
3. Het boek van Loes en Ronald
4. Het boek van Tom de hond
5. Het boek van oude nanie
6. Het boek van de nieuwe jongen
7. Het boek van de verjaardag
8. Het boek van de vakantie
Goedgekeurd door een op 6 Februari 1953 ingestelde Redactiecommissie, samengesteld als volgt:
A.F. May - voorzitter, W. A. Leeuwin, A.A.S. Nurmohamed, en A.J. Rayman - leden - en K.R.S. Coleridge - vertegenwoordiger van het Departement van Onderwijs.
Belevenissen van Loes, Nohar, Toekiman, Ram en zijn zusje Shanti, Ronald, Sita, Erna, Frank en Tom de hond.
Fragment uit deel 5: Het boek van oude Nanie,
3e Druk, ca. 1960

Naar Nanie
Het is één uur. De school gaat uit.
Al de kinderen gaan naar huis.
Nanie staat op de loer.
Bij de hoek van haar huis.
Zij heeft haar stok in de hand.
Nanie denkt: De school gaat uit.
Nu komen de kinderen er aan.
Die kinderen zijn zo stout!
Ik wacht, tot ze voorbij zijn.
Ik pas op mijn manja-boom!
Kom er eens aan, als je durft!
Ik zal je slaan, met mijn stok!
Ik sluit je op in de schuur!
Pas maar op!
Daar komt een troep kinderen aan.
Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht!
Gaan ze voorbij?
Nee, ze gaan het erf op!
Ze staan bij de manja-boom!
Nanie wordt zo boos!
Wacht maar, zegt Nanie, ik zal ze wel!
En daar komt zij aan, zo vlug als zij kan.
Zij zwaait met haar stok.
Zij roept: Ga weg, ga weg!
Wat moet je op mijn erf?
Wat moet je bij mijn manja-boom?
Vooruit, stoute kinderen!
Maak dat je weg komt!
Ik sla je met mijn stok, hoor!
Ik sluit je op in de schuur!
Maar, kijk, wat is dat?
Ze gaan niet weg.
Ze zijn niet bang voor Nanie!
Ze gaan nog meer het erf op.
Een jongen loopt voorop.
Die jongen heeft een ruiker.
Die steekt hij Nanie toe.
Hij kijkt wel een beetje bang.
Maar hij zegt toch flink:
Nanie, dit is voor u.
En een meisje heeft een doos.
Die geeft zij ook aan Nanie.
Zij zegt: Dit is ook voor u, Nanie!
Kijk er maar eens in!
Nanie weet niet, wat zij ziet.
Zij zegt: Voor mij? Voor mij? ...
Is dat heus voor mij?
Maar ... maar ... waarom doe je dat?
Zij pakt de ruiker. Zij pakt de doos.
Haar stok valt op de grond.
Zij kijkt in de doos.
En dan lacht Nanie.
Zij zegt: O, kijk eens! Een bol en nòg een bol ...
En toffee en swietie.
O, wat lekker, wat lekker!
Is dat heus voor mij? Kinderen, kinderen,
waarom ben je zo lief voor mij? ...
Wat is die Nanie blij!
Zij lacht. En er is toch een traan op haar wang. Zij lacht en huilt ook een beetje.
Zó blij is die oude Nanie!
Nanie zet de doos in huis. En de ruiker ook.
Dan komt zij weer op het erf.
Zij zegt: Kom mee, dan krijg je wat van mij.
Wil je een manja?
De kinderen zeggen: Graag, Nanie!
Nanie kijkt naar Ronald.
Zij zegt: Jij bent al zo groot.
Klim jij maar in de boom.
Pluk maar voor elk een manja, hoor!
En dat doet Ronald. Dan gaan ze weer weg.
Nanie loopt mee tot de heg.
Zij zegt: Je bent erg lief voor mij, hoor!
Dank je wel, kinderen!