Joop ter Heul

Geschreven door Cissy van Marxveldt
Illustraties van Hans Borrebach
Geschreven tussen 1918 en 1925
Bevattende de delen:
De H.B.S.-tijd van Joop ter Heul
Joop ter Heuls problemen
Joop van Dil - ter Heul
Joop en haar jongen

De prototypische bakvis is wel Cissy van Marxveldts heldin Joop ter Heul, met haar te lange armen, te grote voeten, piekende haren en een uitgebreide schare vriendinnen, verenigd in de Jopopinoloukico-club. Ze is opgewekt, eerlijk en recht door zee, maar ook onhandig, lawaaierig, baldadig. Haar vriendinnen zijn vrolijke schaduwen van haarzelf, allemaal in het bezit van ongeveer één eigenschap. Pop is onverschillig, Pien artistiek, Noortje hooghartig, Loutje lief, Kit olijk, Conny koket.
De brutale Joop verandert in de loop van de serie van een zorgeloze bakvis in een zorgzame moeder en echtgenote,al heeft zij zich daar lang met kracht tegen verzet.

Fragment uit het boek:
Gisteravond heb ik Julies haar geschuierd, omdat haar arm zo moe was van het tennissen. Ze draagt de knoedel krullen niet meer, omdat Jog ze niet mooi vond. En ze heeft eigenlijk veel te leuk haar, om er zo'n herrie van te maken. Ze doet het nu maar gewoon met een vlecht om haar hoofd en ik zei, toen ik als een razende aan het schuieren was: "Je ziet er veel leuker uit dan vroeger met dat poedelhaar."
"Jog vindt het zo aardig,"zei Julie. "Hij zegt, het staat zo lief."
"Gek,"zei ik, ik had al die dingen nooit bij Jog gezocht. "Julie staarde toen ze zei: "Wie vind je aardiger om te zien. Jog of Herman de Wilde?"
"O, Jog!"zei ik vol vuur. "H. de Wilde heeft helemaal geen gezicht."
"En Lotte zegt, dat het zo mannelijk is,"proestte Julie.
"Phuu,"zei ik, "moet je alleen zijn schouders maar eens zien."
"Lotte is altijd zo mal overdreven,"zei Julie. "Au zeg, je rukt me de haren uit."
"Ja hoor eens,"zei ik, "jij gaat bij Lotte op fuiven en partijtjes, en als ze hier is, dan gaan jullie uit, en je zoent mekaar en al die nonsens, en dan moet je, nu ze aan de Rivièra zit met een blindedarm, niet over haar gaan mieren tegen mij. Da's niet eerlijk."


Joop en haar jongen

Geschreven door Cissy van Marxveldt
Eerste uitgave 1925
Met tekeningen van Hans Borrebach
Uitgever De Erven Loosjes - Haarlem
Negende druk 1947
Joop ter Heul-serie (4)

Met nawoord van de schrijfster:
Lieve Hollandse en Overzeese Vriendinnen,
Op veler verzoek ben ik er dan toch eindelijk toe overgegaan om nog iets uit het leven van Joop ter Heul te vertellen. Maar ik zeg er meteen bij, dat dit nu wel het allerlaatste zal zijn, wat jullie van je vriendin Joop horen zult. Want - waar ze in het derde boek nog is als een jong veulen, dat soms van louter baldadigheid op hol slaat, - het leven zelf heeft haar rustiger, gelijkmatiger, hoewel niet minder levensblij gemaakt. Natuurlijk - over Joop blijft nog altijd veel te vertellen, want het opgroeien van Hans gaat ook met vele avonturen gepaard, - wat niet wegneemt, dat ik onder Joop's lotgevallen een dikke streep zet, en haar verdere leven samenvat in de eenvoudige woorden, waarmee alle sprookjes (hoewel dit geen sprookje is) steeds eindigen: "En ze leefden verder tevreden en heel, heel gelukkig.

Korte inhoud:
Joop is nu getrouwd met Leo van Dil en woont met haar man en zoontje Hans op Sweet en Merry, kortweg S & M. Haar 2 huishoudelijke hulpen Gijbertje en Grietje (G I en G II) staan de jonge huisvrouw nog steeds terzijde. Als Joops zuster Julie met haar dochterje Mol naar Bergen gaat in de zomer, komt Jog bij Joop en Leo logeren. Ook de andere vriendinnen komen vaak bij Joop op bezoek. Dan moet Leo naar Indië voor zijn werk en blijft Joop met Hansje in Nederland. Joop trekt zolang in bij Schoonpapa van Dil en Tante Suzanna, wat nogal wrijving geeft tussen de stijfdeftige Suzanna en de jolige Joop. Gelukkig kan Joop het wel uitstekend met Papa van Dil vinden.
De ouders van Joop verhuizen naar Noordwijk en Julie maakt plannen om zonder Jog naar Monte Carlo te vertrekken. Maar dan wordt Mol ziek en komt Julie tot inkeer. Ze is dankbaar dat ze Mol mag behouden en ziet in wat voor een spook ze is geweest voor Jog en Mol en gaat zich voortaan alleen nog aan haar gezin wijden.
Joop keert terug naar S & M om daar op Leo te wachten. Als zij op een dag een feest geeft voor haar vrienden en vriendinnen, komt Leo onverwacht thuis en verzucht Joop: "Groter geluk bestaat niet, nu heb ik niets meer te wensen".

Fragment uit het boek:
Toen ik me om zes uur voor het dinertje gekleed had, in een goudbruin zijden japonnetje, dat Leo het liefst van me zag - in mijn haar tussen de goudfluwelen band had ik een van de prachtige rozen gestoken, die Schoonpapa me gestuurd had, de engel - liep ik nog even door de kamers. In Leo's kamer stonden de sigaren en sigaretten klaar. Ik streelde even het leer van zijn stoel. En ik gooide de kussens wat nonchalanter op de divan.
Nog vijf dagen..... Ik nam zijn pijp op, die in de asbak lag op het lage Moorse tafeltje naast zijn stoel. Ik legde even de pijp tegen mijn wang. Ik dacht: "Ik zal zijn oude jasje over zijn stoel hangen." Ik stond te dromen in Leo's kamer. Toen hoorde ik in de verte reeds het getoeter van de feestauto's. Ze kwamen allen per auto, eigen of geleend. Ja, daar waren de gasten, en nog vijf dagen, dan was Leo weer bij me.
In de hall bleef ik onwillekeurig op de trap staan, terwijl Grietje opendeed. Natuurlijk dolde Kit's luidruchtige stem: "O Joost, wat plechtig, moeten we naar boven lopen om jou te begroeten?"
Toen sprong ik de trappen af met beide armen uitgestrekt: "Dag jongens!"
Noortje, slank en deftig, stelde me voor aan haar Jonkheer, die bleek en enigszins verpieterd leek, maar wel verliefd. Kaki en Loutje stonden gearmd. "Ze hebben aldoor gearmd gezeten, die tortelduiven," bromde de Bobbel. "Net als trouwens die broer van jou, Jodocus. Ik weet wel, dat ik in een andere auto terugga. Ben jij ook van dat soort, Katharina?"
"Natuurlijk niet," riep Kit. "Nietwaar Frits? Wij kussen niet in het openbaar."
"Dat doen wij ook niet," zei Kaki verontwaardigd.
"Al dat handjesdrukken is even erg," vond de Bobbel.
"Kom kinderen laten we dit dispuut binnen voortzetten." "Maar eerst het clubkind," verzocht Kit.
"Het clubkind wordt straks vertoond," beloofde ik.
"Joop, je bent net zo'n grote, blijde moederkip, die al haar kiekens om zich heen heeft verzameld," zei de Bobbel.
"O, vleiend ben je wel," vond Pien.
"Och, ik hoor niet eens wat hij zegt, ik kan toch niet naar alle kleine jongetjes luisteren." Connie gooide me een kersenbonbon toe, en ik knikte tegen haar. Ik had wel tegen iedereen willen knikken, en al de mannen had ik kunnen omhelzen. GI kwam binnen met het clubkind in een schone trui en een schone paarsgekleurde broek. Hij hield angstvallig met zijn ene hand Grietje's haardot vast. Een gejuich van bewondering ging op. Mijn wangen brandden van gelukzaligheid. Maar het clubkind legde zijn hoofd op Grietje's schouder en krijste!

De dochter van Joop Ter Heul

Geschreven door Cissy van Marxveldt
Illustraties van Hans Borrebach
Uitgever De Erven Loosjes - Heemstede 1946
Laatste boek van de Joop ter Heul-serie

Korte inhoud:
Joop van Dil, de dochter van Joop ter Heul en Leo van Dil, schrijft op haar beurt haar levensroman, net zoals haar moeder vroeger gedaan heeft. Ze is zestien jaar en blijft zitten op de HBS. Er wordt besloten dat ze volgend jaar naar de huishoudschool mag, hoewel Joop liever naar de balletschool wil.
Joop heeft 2 broers: Hans, die zich later met Ronnie verloofd, wier vader Professor is, en Peter, die zijn studie economie opgeeft om te gaan varen. Joop is ook zeer actief in de roeivereniging "De Tros", waar ze vele vrienden en vriendinnen heeft. Joop besluit een econoom te zoeken om mee te trouwen en zo haar vader te helpen aan een opvolger voor zijn werk, nu Peter er de brui aan heeft gegeven. Dit leidt tot allerlei vrolijke ontwikkelingen en misverstanden. Ze ontmoet Wim Boerree, die prachtig trompet kan spelen en die zich later met haar nichtje Mol, gaat verloven. Haar beste vriendin Renée verlooft zich met een andere student Hans van Tongeren. Joop amuseert zich ondertussen met "Flap" en de "Kwast", vrienden die verliefd zijn op haar, maar waar Joop niets voor voelt.
Joop wil het liefst danseres worden en als zij eens in kleine kring een voorstelling geeft, blijkt dat zij wel degelijk talent heeft. Samen met Wim en de Professor, die een goede vriend van Joop is geworden en haar liefkozend "Topie" noemt, weet zij haar ouders te overtuigen van haar talent en mag zij balletlessen gaan volgen. Ze gaat naar balletschool "Le Neuf" en studeert er een Hongaarse dans en een dans "La nuit de Mai" in. Dit voor een uitvoering in het openbaar, waar haar vader beslist geen toestemming voor geeft. Doch als de hoofdrolspeelster ziek wordt, moet Joop invallen. Zij heeft enorm succes en tot haar verbazing zitten ook haar ouders en de Professor in de zaal. Na afloop krijgt Joop bloemen van een bewonderaar, Sjoerd Reynalda, waarmee ze door iedereen geplaagd wordt. Maar Joop is gelukkig, haar doel is bereikt! Ze zal voortaan dansen....

Fragment uit het boek:
We vliegen naar het eind van de vacantie toe. Ik ben zo bruin als een okkernoot, en ik heb twee weken bij Opa van Dil en twee weken bij Opa Heultje gelogeerd. O, het is best leuk geweest, alleen hebben de beide Opa's een kousendrama veroorzaakt. Dat kwam zo. De eerste dag de beste zei Tante Suzanna: "Morgen ga jij met mij het dorp in om kousen te kopen." We zaten in de tuin, waar Mams in de oertijd ook gezeten heeft. Ik hing lui in een stoel, met mijn prachtig bruinverbrande benen uitgestrekt.
Ik vroeg, ofschoon ik het al lang doorhad: "Voor wie? Voor U?"
"Joop, wees alsjeblieft niet brutaal. Voor jou natuurlijk."
"Voor mij? Maar ik draag nooit kousen. Alleen in de winter, bij vorst."
"Maar hier draag je wèl kousen. Ik heb er verleden jaar niets van gezegd, maar nu je zestien bent........ Het is geen gezicht," besloot Tante Suzanna. Tante Suzanna droeg een mouselientje, zwart met witte noppen, tot op haar tenen en met een boord.
"Ik kan gewoonweg geen kousen dragen. Ze kriebelen mij. En, ik ben altijd uit mijn humeur."
"Dan maar uit je humeur. We gaan morgenochtend samen naar het dorp.
Dus de volgende morgen, een dag om te stikken, togen Tante Suzanna en ik naar het dorp. Alle mensen, die haar tegenkwamen, groetten. Dat was natuurlijk van de linkerhand, die niet weet, wat de rechter doet. Tante Suzanna kocht vier paar bruine kousen, niet van de dunsten, en 's middags had ik er een paar aan.
"Ik kan er ook twee paar over mekaar heen aantrekken. Dan komt het beter uit. Want ik blijf hier maar twee weken," ontdekte ik.
"Je neemt ze mee."
"O nee, ik geef ze aan de werkster in Uw Kindertehuis cadeau." Mams zei vroeger altijd, dat Tante Suzanna haar lippen samen kneep. Nu ze ouder geworden is, heeft ze natuurlijk vrij weinig lip meer, maar wat ze heeft, verdween naar binnen. "Ik begrijp niet, dat jouw Moeder het goedkeurt, dat jij zo ongekleed bent," zei Tante Suzanna fier.
"Maar het is toch heerlijk fris. Als U het maar eens probeerde. En er zou bij U niks van te zien zijn."
"Ja, zwijg nu maar," zei Tante Suzanna.
Maar de laatste dag schonk ik toch de kousen weg. En met onbekommerde, blote benen reisde ik af naar Noordwijk.
Opa Heultje kwam mij halen. Hij zei: "Lieve kind, je gaat hoe langer hoe meer op je Moeder lijken." Dat was zalig om te horen. Tot wij bij Oma kwamen, want Oma ter Heul zei meteen: "Heb jij geen kousen aan? Heb jij zo gereisd?"
Ik zei: Ja, Oma, wij dragen nooit kousen op school."
"Ik wens, dat jij hier behoorlijk gekleed bent."
Ik wou nog over kriebelen praten, maar ik voelde mij slachtoffer, toen ze zei: "Jij gaat vanmiddag onmiddellijk kousen kopen. Foei, het is geen gezicht. Stel je voor, zo heeft Gabrielle nooit gelopen."
"Ja, stel je voor, Mol met haar akelige witte benen," mopperde ik.