Pietje Prik

Pietje Prik in pyama
Een Sinterklaasvertelling

Geschreven door Lea Smulders
Prentjes van Piet Broos
Uitgever L.C.G. Malmberg 'sHertogenbosch, 1955

OverPietje Prik de kleermaker schreef Lea Smulders meer dan twintig boekjes. Pietje woont in de Naaldenkokerstraat van het stadje Stippestap. Zijn buurvrouw heet Betje van Buren. Verder wonen er in Stippestap nog burgemeester Biebel, meneer Hoempa van de harmonie en meneer Stempel, de directeur ven het postkantoor.

Fragment uit het boekje:
Nu komt Sal-mi-jakkes, de knecht van Sinterklaas, bij het huis van Pietje Prik. Hij laat zich door de schoorsteen zakken. Hij komt het kamertje in. Hij kijkt.... en? Niets!
Geen wortel, geen knol, geen boterham. Geen haver, geen biet. En ook geen sigaret. Er is niets. Zelfs geen schoen.
Sal-mi-jakkes rolt verschrikt met zijn grote zwarte ogen. "Hier vast en zeker heel verschrikkelijk stoute man wonen!" zegt hij in zijn zwarte-pieten-taal. "Stoute man niet zorgen voor goede, lieve paard. Foei!"
Och, hoe kan Sal-mi-jakkes ook weten, dat Pietje Prik zich al dagen lang moe heeft gemaakt om Sinterklaas te verrassen? Hij was die avond zó moe van het werken, dat hij heus niet meer denken kon aan het paard van Sinterklaas.
Maar Sal-mi-jakkes weet daar niets van. Hij denkt:"Niets voor paardje klaargezet, dus stoute, héél stoute man!"
"Rrrong...rrrong..."klinkt het uit de slaapkamer van Pietje Prik. Met een boos gezicht gluurt Sal-mi-jakkes om de slaapkamerdeur. Daar ligt Pietje Prik te snurken. Maar dan opeens ziet Sal-mi-jakkes wat anders. Hij ziet een mooie roodfluwelen mantel aan de linnenkast hangen. De mantel van Sinterklaas! Hij denkt:"Dat is de zondagse mantel van de Sint. Die lelijke man hier is zeker een dief!